Werpspelletjes – Opvoedingspunt

Blog > Ontwikkeling > Werpspelletjes

Oefenspelletjes voor peuter of kleuter ter bevordering van de motorische ontwikkeling.

Ballenregen

De zaal wordt in tweeën gedeeld d.m.v. banken. De groep wordt over de twee vakken verdeeld en aan beide kanten is een gelijk aantal ballen (minstens 1 bal voor 1 kind maar liever meer). Op een teken van de leerkracht gooien de kinderen de ballen in het vak van de andere groep. Elk kind mag maar 1 bal tegelijk gooien. Als er gefloten wordt moeten alle kinderen stoppen met gooien. De groep met de minste ballen in het vak wint. Variatiant: Laat de kinderen de bal met een stuit naar het andere vak gooien. Dit voorkomt ook grotendeels dat kinderen een bal hard tegen zich aan krijgen.

Beker gooien

Doel van spel is zo snel en zo veel mogelijk een bekertje (of iets anders) omver te werpen met een bal. Het bekertje zet je ongeveer op 1,5 m hoogte. De ploeg die de meeste bekertjes omver gooit is de winnaar.

Er worden ploegjes gevormd van 3-5 personen. Gedurende het spel mag je op je knieën zitten of gewoon op de grond liggen, dus niemand staat recht. Het spel wordt bij voorkeur op een zachte ondergrond gespeeld. (bv. tapijt)

Je mag pas proberen te scoren als de bal bij iedereen van de eigen ploeg is geweest zonder dat iemand van een andere ploeg de bal heeft gehad (zie tienbal bij balspelletjes). Het mag er best ruw aan toe gaan om de bal te bemachtigen.

Bungelende emmer

Hang een emmertje met een touw aan een tak van een boom. Alle kinderen moeten nu vanaf een vast punt (zo’n drie meter van de bungelende emmer verwijderd) proberen een bal in de emmer te gooien. Elke bal die in de emmer terechtkomt, is een punt waard. Ieder kind krijgt 5 ballen om het te proberen. Het kind met de meeste punten, wint het spel.

Bonenzakjes gooien

Dit is fantastisch voor alle leeftijden. Gebruik kleine zakjes met bonen, waarmee je mag gooien of maak ze zelf. Stop gedroogde witte bonen in een ouwe sok en sluit ze af met een paar elastiekjes. Teken een figuur gerelateerd aan uw thema op een stuk karton. Maak een opening in het karton waardoor gemakkelijk een zakje bonen kan gegooid worden. Als je een hond hebt getekend, knip dan zijn mond uit en gebruik deze opening. Zet dit karton een paar meter achteruit en geef elk kind een paar kansen om een zakje in de opening te gooien.

Muntjes gooien

Bij dit spel met munten is het doel een muur of gewoon een streep. Van een afstand van ongeveer drie meter gooien de spelers een 5 cent munt naar het doel. Gewonen heeft degene wiens 5 cent munt het dichtst bij het doel ligt; hij incasseert de munten van de andere spelers, maar pas na een moeilijke oefening. Hij stapelt de munten op de topjes van zijn vingers, gooit de munten in de lucht en probeert er zoveel mogelijk weer op te vangen met de rug van zijn hand! Wat toch nog op de grond valt, mag de beste speler na hem met dezelfde oefening proberen in bezit te krijgen.

Ring gooien

Sla een paaltje in de grond, of plaats een pion waar de kinderen een ring omheen moet proberen te gooien. ledereen mag drie keer werpen. Elke rake worp levert tien punten op.

Boektip: 

Tags