Home »Welzijn » Hoe ben ik effectief streng?
Je wilt dat je kind doet wat jij wilt. Je wilt dat het luistert. Maar je wilt ook dat je kind van je houdt. En je wilt je ook geen slechte ouder voelen, doordat je je kind dingen ontzegt. Moeilijk, moeilijk, moeilijk! De oplossing zit hem in actief luisteren.
Accepteer weerstand
Actief luisteren is luisteren naar de argumenten van je kind, zonder in een ruzie te belanden.
Als een kind tegensputtert, drukt het bijna altijd twee dingen uit: zijn of haar gevoel enerzijds en een verzoek anderzijds. Bijvoorbeeld: “Hè mam, ik ben zo lekker aan het spelen, mag ik nog even opblijven?”
Ook al wil je dat je kind naar bed gaat, het kan best zo zijn dat je kind liever zou willen blijven spelen. En daar is op zich niets mis mee, met die wens. Het gaat pas mis als je in een discussie erover belandt.
Om de weerstand bij je kind weg te nemen, is de crux juist die weerstand te accepteren als een legitieme uitdrukking van de gevoelens en wensen van je kind. Je kunt moeilijk verwachten dat je kind altijd blij is met jouw beslissingen. Dus: weerstand is legitiem!
Onderdruk je impuls mee ruzie te gaan maken
Het makkelijkst is om meteen in een welles-nietes spel te verzeilen, met escalatie tot gevolg. Aangezien jij de ouder bent, is het aan jou om hier niet in mee te gaan. Meestal weet je ook wel wat de typische ruziemomenten zijn: eten, naar bed, opruimen… Dan kun je je geestelijk voorbereiden: “Ik ga geen ruzie maken, ik ga geen ruzie maken”. Naarmate je daar vaker in slaagt, wordt het ook steeds makkelijker om op de onverwachte momenten niet meteen te ‘happen’.
Kortom, hap niet maar haal diep adem.
Vraag naar de gedachten, gevoelens en wensen van je kind
In plaats van te zeggen: “Toch moet je naar bed” kun je vragen wat er aan de hand is. Luister goed naar wat je kind te zeggen heeft, en hoor niet enkel wat je wil horen of verwacht te gaan horen. De kunst is om open vragen te stellen: wie, wat, waar, waardoor, welk, wanneer en ook open naar de antwoorden te luisteren.
Dus af en toe op je tong bijten om niet meteen in een discussie te belanden, maar interesse tonen. Hiermee geef je je kind geen gelijk; je vraagt gewoon naar de achtergronden van de weigering of opstandigheid.
Vat samen
In je eigen woorden herhalen wat je kind als antwoord gaf, geeft je de mogelijkheid te checken of je het goed begrepen hebt (en toch niet per ongeluk alweer aan het invullen bent). Anderzijds is het een aanmoediging richting je kind om meer te vertellen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Dus je wilt nog langer spelen, omdat je nog niet moe bent en net je garage aan het opbouwen bent?”
Soms kun je ook samenvatten door een gevoel te reflecteren: “Je bent echt teleurgesteld, hè?”
Vraag om een reactie
Luister naar wat je kind erop te zeggen heeft. En als het niks zegt, vraag dan om een reactie. Je kunt vragen: “Heb ik het zo goed begrepen?”
En nog aanmoedigender is om aan te geven, dat je het nog niet helemaal hebt begrepen: “Ik snap nog niet helemaal wat je nu het vervelendst vindt?”
Je geeft je kind de ruimte om zijn gevoelens en ideeën te uiten, waardoor hij zich in ieder geval gehoord en erkend voelt. En je hem ook daadwerkelijk hébt gehoord. Uiteraard houdt dit niet in dat hij ook automatisch zijn zin krijgt! De beslissing nemen is de volgende stap.
Beslis na een ‘time-out’
Neem even de tijd om over je beslissing na te kunnen denken. Je hebt nieuwe informatie gehoord, wellicht dat dat je beslissing beïnvloedt, wellicht ook niet. Geef jezelf de ruimte om dat even te laten bezinken. Soms gaat het maar om enkele seconden. Als je meer bedenktijd nodig hebt, kun je tegen je kind zeggen dat je er even over na wilt denken en zo terugkomt met de beslissing. Ook al verandert je beslissing niet, jij weet dat je er goed over hebt nagedacht. En bijkomend voordeel is ook dat je kind merkt dat je zijn of haar opmerkingen meeneemt in je beslissing.
Dat versterkt het gevoel van gehoord te zijn.
Vertrouw op jezelf
En dan héb je actief geluisterd, maar ga je toch nog twijfelen over je beslissing. Of je tóch niet toe had moeten geven. Of juist niet. Of je toch niet een slechte ouder bent. Stop!
Telkens als die twijfel opduikt, zeg dan tegen jezelf: “Ik heb actief geluisterd en een zorgvuldige beslissing genomen. En dan is het goed!” En herhaal dat ‘mantra’ net zolang tot je jezelf overtuigd hebt.
En bedenk ook: “Een goede ouder is een ouder die ook nee kan zeggen!”
Boektip: