Het belang van Muziek | Opvoedingspunt

Blog > Ontwikkeling > Het belang van Muziek

Muzikaliteit is aangeboren

Kinderen genieten van muziek. De stem, het innerlijke zingen heeft iedereen altijd bij zich. Een baby luistert aandachtig naar een gezongen lied of kijkt verwonderd naar het belletje om zijn been dat rinkelt als hij beweegt. Een dreumes wiegt heen en weer bij het horen van muziek. Wanneer hij kan lopen begint hij te dansen. Ook het meezingen begint. Een peuter danst, zingt en speelt op instrumentjes. Alle kinderen ontdekken en ontwikkelen hun eigen muzikale mogelijkheden.

Muzikaliteit is aangeboren, maar dient wel verder ontwikkeld te worden, net zoals o.a. motoriek (lopen) en de taal/spraak. Voor kinderen is het van belang dat ze veel plezier hebben in het maken van muziek. Daarmee wordt een basis gelegd waarmee ze later verder kunnen. Omdat kinderen leren door imitatie, is het heel belangrijk dat een ouder/verzorger enthousiast meedoet.

Muziek stimuleert vele ontwikkelingsgebieden

Niet alleen de muzikaliteit van het kind wordt gestimuleerd, maar ook andere ontwikkelingsgebieden worden aangesproken tijdens het muziek maken. Denk hierbij aan taal/spraak, zintuiglijke, sociaal-emotionele en verstandelijke ontwikkelingen. Kinderen leren door het maken van muziek hun eigen ‘ik’ kennen. Ze ontdekken waar ze plezier in hebben. Door in een groep muziek te maken leren kinderen met elkaar samen te werken en goed op elkaar in te spelen.

Muziek en Bewegen

Muziek en dans/beweging horen bij elkaar. Veel liedjes bieden door middel van de tekst vaste bewegingen aan. Een andere mogelijkheid is het samen maken van een dans op muziek. Kinderen leven zich uit door vrij te bewegen op muziek. Jonge kinderen vertalen muziek in beweging. Bewegen op het horen van muziek gebeurt spontaan, dat is een natuurlijk proces.

Algemene uitgangspunten bij het maken van muziek

Herhaling: Jonge kinderen vinden herhaling heerlijk. Ze voelen zich er veilig bij als ze weten wat er gaat komen. Bovendien duurt het vaak even voor ze weten welke activiteit er bij een liedje hoort. Hun reactie is trager dan die van een volwassene.

Langzaam zingen: Zorg dat kinderen de tekst en melodie goed kunnen volgen. Dit is belangrijk voor het tekstbegrip en het kunnen meezingen. De mondmotoriek is volop in ontwikkeling en nog niet zo snel.

Toonhoogte: Een kinderstem is hoger dan die van een volwassene. Pas het zingen daarop aan, anders zingen de kinderen te laag (ze zullen je imiteren) en ontwikkelen ze alleen het lage gebied van hun stem (brommen). Wat hoger zingen is te oefenen door steeds een klein stukje (halve toon) hoger te zingen.

Duidelijke bewegingen: Overdrijf voor jezelf de bewegingen bij een liedje en doe ze langzaam voor. Het is voor kinderen dan makkelijker ze na te doen.

Afwisseling: Omdat de concentratieboog bij jonge kinderen nog niet zo hoog is, is veel (logische) afwisseling belangrijk. Zorg voor een ‘bruggetje’ tussen verschillende activiteiten en wissel rust en activiteit en spelen met en zonder materialen/instrumentjes af. Zo ontstaat er een evenwichtig geheel.

Ieder kind mag zichzelf zijn: Ieder kind is uniek en zal anders reageren. Een kind kan evenveel genieten en zich ontwikkelen als het zichtbaar niet actief meedoet. Materiaal nodigt vaak wel uit om over een drempel te stappen.

Muziekinstrumentjes moeten eenvoudig te bespelen zijn, een mooie klank hebben en veilig zijn. Ook simpele materialen worden door kinderen vaak als instrument gebruikt en omgekeerd, bijv. met blokken wordt tegen elkaar getikt en ritmestokjes zijn over elkaar gekruist een helikopter of hamer en spijker. Gebruik die fantasie van kinderen en speel er op in.

Materialen worden gebruikt als ondersteuning bij beweging (linten), als sfeerbepaling (ballonnen) en als geluidsinstrumentjes. (kranten, keukenrollen)

Boektip:

Tags